(door Reinoud Segers)
Afgelopen zaterdag was de tweede editie van het vierluik met RSR Ivoren Toren. De eerste (RSB beker) hadden we nipt gewonnen. De tweede beloofde ook weer spannend te worden. Helaas begon de dag met een flinke tegenvaller doordat Léon ziek was. Gelukkig kon onze man-in-vorm non-playing-captain Mark Vermeer zich tot playing-captain op bord 1 promoveren.
De vorige keer dat ik tegen RSR speelde was in een prachtig oud pand van het Nivon. Inmiddels was RSR verhuisd, naar wederom een prachtig oud pand, deze keer een buurthuis. De speelzaal had een prachtig hoog plafond met veel licht via dakramen en was ruim genoeg voor drie wedstrijden. Er was ook een zaaltje voor de analyses achteraf. Minpuntje was wel de properheid van de kleine kamertjes die je op zo’n lange dag ook altijd wel bezoekt.
Maar genoeg over de accomodatie, terug naar het schaken. Heel a-typisch was Jeffrey als eerste klaar en nog a-typischer was dat hij een tweetal zetten omdraaide waardoor zijn tegenstander ineens een winnende thematische combinatie had. We kwamen dus al snel achter. Zelf was ik als tweede klaar. Ik had een lange theoretische variant op het bord, maar op een gegeven moment begon ik (te) lang te twijfelen of ik verder moest gaan van wat ik dacht dat theorie was vanwege een tegencombinatie. Achteraf bleek deze tegencombinatie een voor beide partijen speelbare voortzetting. Uiteindelijk koos ik voor iets anders en kwam voor mijn gevoel wat minder te staan. Mijn tegenstander maakte het meteen concreet met een thematisch kwaliteitsoffer met voldoende maar ook niet-meer-dan-dat compensatie. Na een zet of 30 bood mijn tegenstaander remise aan via een zetherhaling wat ik aanvaarde gezien de nadelige stand op de klok en het gebrek aan vertrouwen wat ik vandaag voelde.
Naast mij speelde Vince die met zwart al snel het initiatief wist te pakken. Zijn tegenstander werkte zich echter bekwaam los en leek met ongelijke lopers en zware stukken de beste kansen te krijgen. Vince bleef echter rustig en wikkelde af naar een eindspel met een pion minder, wat potremise was vanwege de ongelijke lopers. Mark Trimp kwam met wit ook wat gedrongen te staan, maar had in ruil daarvoor wel een pion meer. De stelling bleef lang in dynamisch evenwicht. De situatie op de klok was echter niet in evenwicht en dat deed de tegenstander van Mark vermoedelijk de das om, want onder tijdsdruk deed hij het wat minder precies en na twee of drie handige zetten van Mark stonden zijn stukken ineens op de perfecte velden en was het snel gebeurd. 2-2 dus na de eerste tijdcontrole.
De resterende 4 partijen waren allemaal nog niet duidelijk, maar per saldo stond het er helaas wel iets slechter voor ons. Jessica stond wel inmiddels heel goed, nadat ze tot tijdnoodfase met heel weinig ruimte kampte. Een kwaliteitsoffer zag er gevaarlijk uit, maar Jessica counterde met een tegenoffer en toen de stofwolken waren opgetrokken was er veel geruild en had Jessica een prachtig paard op c5 dat daarna zonder van zijn plaats te komen de amechtig rond hopsende slechte witte loper domineerde. De ene na de andere pion ging eraf en we kwamen zelfs even op voorsprong. Voor wat het waard was, want de situatie bij Jan-Peter was zo’n beetje omgekeerd met een pion achter en beroerde loper tegen goed paard, een situatie waar Jan-Peter al bijna de hele partij tegenaan keek, nadat hij net na de opening (niet zijn favoriete) even niet scherp genoeg was. Jan-Peter kreeg geen kans zijn befaamde verdedigende kwaliteiten in het zesde uur in te zetten, want via een kleine combinatie ruilde zijn tegenstandster alles af en er resteerde een kansloos pionneneindspel. 3-3 dus.
Paul speelde een opening die tot scherp spel aanleiding kan geven. Bij de eerste schermutselingen lette Paul echter goed op. Er werd het nodige geruild waarna een eindspel met een klein plusje resteerde. Het lukt niet om van dat plusje een plus te maken en op een gegeven moment werd dat plusje een minnetje dacht ik, maar alles bleef ruim binnen de remisemarge. 3,5-3,5 dus. Dan eindigen waar we begonnen zijn met onze held de playing-non-playing-captain op bord 1. De opening ging niet echt lekker en al snel leverde Mark een pion in. Zijn tegenstander had wel zin in wat avonturen en in plaats van risicoloos op zoek te gaan naar een eindspel met een pion meer offerde hij een stuk voor drie pionnen en open koning van Mark. Maar de stukken van Mark stonden best actief, erg ingewikkeld allemaal. In de tijdnoodfase liet Mark zich helaas toch trucen waarna een eindspel met twee pionnen minder resteerde, met dames en ongelijke lopers. Vermoedelijk wel verloren, maar niet heel makkelijk. Zijn tegenstander ruilde vrij lichtvaardig nog wat pionnen af waarna we begonnen te hopen op een remise. Mogelijk koos Mark toch voor niet de juiste tegendreiging, want via een mataanval moest hij zijn loper inleveren. Nog steeds was het niet duidelijk voor de toeschouwers en zwetende schakers vanwege de vele schaakjes, maar uiteindelijk werd de zoveelste mataanval Mark uiteindelijk toch fataal.
Zo bleven we achter met een kater van voor de tweede keer op rij een verlies met het kleinst mogelijke verschil en de wetenschap dat er op sommige borden meer ingezet had. Maar ja zo is het leven en gelukkig hadden we het tafelen nog. Over twee weken een nieuwe kans tegen Woerden en een week later staat geloof ik de derde ontmoeting met RSR op rol.