Het is een wonderbaarlijk seizoen voor CSV in de KNSB. Waar we in 2020 alleen door Corona gered werden van degradatie uit de derde klasse, staan we dit seizoen zowaar bovenaan. En in de KNSB beker hadden we het na de verrassende zege op de sterke streekgenoot Krimpen zomaar tot de halve finale van poule C geschopt.
En zo kwam het dat we op een vrijdagavond in april het zowaar weer eens tegen een Meesterklasse-team op mochten nemen: Kennemer Combinatie. Het verleidde een enkeling ertoe aan de tegenstander te melden dat de helft van ons bekerteam met CSV zelf ook ooit een seizoen in de (toen nog) Hoofdklasse had gespeeld. Maar ook in 2017 schopten we het in de beker nog tot een snelschaakbarrage bij LSG, dus we hadden er veel zin in.
Omdat CSV 3 al ingedeeld stond voor een RSB-competitiewedstrijd, was er zelfs een apart zaaltje in de kerk boven ons speellokaal geboekt. Dat bleek overigens een uitstekende locatie, dus voor herhaling vatbaar.
Natuurlijk hoopten we er op dat de sterkste van de zes titelhouders die de jeugdafdeling van CSV heeft voortgebracht, Liam Vrolijk, bij KC zou meedoen. Dat was ook aanvankelijk het plan, zo bleek, maar in tweede instantie koos hij dit weekend toch voor deelname aan de Tsjechische clubcompetitie. Wel bleek Eline Roebers mee te zijn afgereisd naar Capelle, en dat hadden we eigenlijk weer niet verwacht, aangezien zij tot en met woensdag nog had meegedaan in het Europees Kampioenschap. Ze lootte nog wit ook. Aan onze zijde was er wat verwarring over de opstelling, in het bijzonder de verdeling over bord 3 en 4, maar Jessica en Jan-Peter bleken tegenstanders met exact dezelfde rating te treffen, dus dat was van weinig belang.
Jessica was als eerste klaar. Op bord 3 speelde zij, met zwart dus, tegen Esper van Baar. Jessica speelde een van haar bekende gammele (in zowel de Nederlandse als de Zweedse betekenis van het woord) openingen, en op dit niveau krijg je het dan moeilijk. Vaak weet ze zich met al haar ervaring er dan toch nog onderuit te worstelen, maar in dit geval kwam het haar toch op een nul te staan.
Jan-Peter speelde een ingewikkelde partij tegen Pieter Roggeveen. Hij was wat onder de indruk van de snelheid waarmee zijn tegenstander de opening speelde, maar kwam er toch gelijk uit. Dat wil zeggen, ze stonden allebei slecht, zo was het gezamenlijk oordeel na de partij. Pieter kwam opzetten op beide flanken, maar dat was vooral optisch dreigend. Jan-Peter bleef zich met succes richten op de ver opgerukte zwarte d-pion. Volgens de engine stond hij aan het eind beter, maar het was erg ingewikkeld, de tijd tikte, en Pieter bood op een tactisch moment remise aan. Heel veel tijd om dat te overwegen was er niet meer, en Jan-Peter besloot het aanbod te aanvaarden.
Zelf bleek ik te zijn ingedeeld tegen Tex de Wit, die enige bekendheid geniet als side kick van Arjen Lubach, hetgeen mijn zoon ertoe aanzette mij vooraf mee te delen: “Als je tegen Tex moet, ben ik voor Tex”. Dat was trouwens ook de juiste bookmakers-keuze, want in zijn vrije tijd is Tex een behoorlijk sterke FM. Tex speelde met zwart een voor hem nieuwe opening, en bleek de grootmeesterlijke partijen van Mamedjarov daartoe goed te hebben bestudeerd, maar had daarbij wellicht over het hoofd gezien dat op dat niveau zwart doorgaans dik tevreden is met remise. Dat bleek in ons geval ook het onvermijdelijke resultaat, al probeerde hij nog tot zet 64 water uit de steen te persen. Dat kwam hem op een selfie voor mijn zoon te staan.
Dat betekende dat we een punt nodig hadden aan bord 1 om opnieuw een snelschaakbarrage uit het vuur te slepen. Gesnelschaakt werd er zeker, maar dan in de slotfase van de reguliere partij. Léon kwam goed uit de opening, maar daarna werd het erg scherp en greep Eline haar kansen. Het was van beide kanten geen foutloze partij, want Léon kreeg nog wel een paar kansen om het te keepen, maar het was flink ingewikkeld en achter het bord vrijwel niet te berekenen. Ironisch genoeg was juist de zet waardoor Léon in tijdnood kwam een slechte. Ook Eline kwam nog in tijdnood, en ook de zet waar zij lang over nadacht was niet de beste, maar juist in tijdnood speelde ze het netjes uit en
won ze verdiend.
Al met al was het een mooi slotstuk van een spannend bekeravontuur. Wat je niet vaak meer ziet in het Stockfish-tijdperk: op alle borden werd de partij gezamenlijk nabesproken. Bij KC keken ze uit naar de poulefinale tegen LSG, en wij gaan ons richten op de kraker tegen RSR Ivoren Toren in klasse 3F.