(verslag van Jessica Derksen)
Een bijzondere wedstrijd, want lange tijd was het niet zeker of er gespeeld zou worden. Er was immers een persconferentie aangekondigd de avond voor de wedstrijd en het beloofde pittig te worden. En inderdaad werden er wederom stevige Coronamaatregelen afgekondigd ingaande één dag na de wedstrijd.
De wedstrijd mocht dus doorgaan, maar de Schaakbond beloofde clubs die niet wilde spelen geen strafpunten of boete te geven, want veel schakers hadden ondertussen de kriebels gekregen. Dat werd spannend. Zouden de tegenstanders komen?
Borden arriveerden in de speelzaal… klokken arriveerden en werden ingesteld… en ja hoor, de tegenstanders arriveerden. Helaas waren we daarmee nog niet compleet, want de schaakstukken zelf bleven weg. Waarom? Maakte de oude koning zich zorgen om zijn eigen gezondheid? Zijn jonge en vitale koningin wilde vast wel spelen en die speelse pionnen… ach, die worden nauwelijks ziek en moet je vooral samen laten ravotten. Dat hebben ze nodig. Maar hadden ze tijdens de persconferentie niet aangeraden om de kleintjes bij de opa’s en oma’s uit de buurt te houden? En met lopers weet je het nooit. Sommigen vertrouwen op hun ijzersterke conditie, maar anderen zijn misschien juist weer super angstig en voorzichtig. Hoe dan ook, na een half uurtje zweten arriveerden dan toch ook de stukken en konden de partijen beginnen.
Mark had vooraf aangekondigd dat hij op tijd weg moest zijn vanwege een concert in België. Daarom wilde hij graag wit, want hij kon zich geen hele lange slangenkuil wedstrijd permitteren, zo was het argument. Daarmee kreeg hij wel voor de 3e keer wit, maar ja, je gunt zo’n man een uitje. Dat beloofde dus spektakel op bord 2 en waarschijnlijk ook de eerste uitslag van de wedstrijd.
Omdat ik wel een beetje vermoedde dat ik dit keer het verslag mocht schrijven ben ik na een uurtje eens bij de anderen gaan kijken. Wat een chaos. Op meerdere borden zat wit al vroeg wat te rommelen op a8 of h8 en zwart op a1 of h1.
Bij de partij van Mark kon ik het me nog voorstellen, maar bij Roel werkte het op zijn zenuwen. Materiaalwinst was al vroeg geoogst, maar zijn tegenstander wilde niet dat Roel daar rustig van ging genieten en begon het tempo op te voeren. Het was opletten geblazen, maar Roel zag prachtige trucjes die allemaal nog meer materiaal opleverden. Zoveel dat zelfs dat ene foutje dat een stuk kostte, zijn stelling nog wel kon leien.
Léon kwam in een scherpe theoretische variant terecht waarbij wit een stuk offerde maar het al vrij snel fout deed. Daarna kon hij met behoud van materiaal de aanval overnemen en dat leidde tot nog meer materiaalwinst en uiteindelijk tot mat.
Derk kwam met zwart in een Franse Rubinstein terecht. In het middenspel was het voor beide kanten oppassen voor trucjes. Hij kon een toren ruilen voor een stuk en 2 pionnen, maar vond het moeilijk inschatten en wilde de gok niet wagen. De computer gaf achteraf geen balansverstoring aan: beoordeling 0.0 en na 20 zetten kwam er reeds een eindspel op het bord en aanvaardde Derk het remise aanbod.
Ook Ton scoorde een halfje. Zie hier zijn relaas: “Het was een beetje alsof ik met zwart tegen mezelf speelde. Er kwam een Réti-opening op het bord, waarin wit direct na de opening met een ongebruikelijk plan voortzette. Ik reageerde niet optimaal want ik had volgens de engine meteen een gewonnen stelling kunnen bereiken. Ik koos echter voor pionwinst, waarna wit beter bleek te staan vanwege mijn wat open koningsstelling. Wit speelde het meteen weer niet correct, waarna mijn pluspion mij weer voordeel gaf. Aangezien wit lichte druk als compensatie had, maakte ik eerst een klein foutje en daarna een iets grotere fout, waarna mijn voordeel weer verdwenen was. Ik dacht dat ik mijn pluspion terug moest geven en maakte gelijk weer een fout. Er kwam een dame eindspel met beiden 6 pionnen op het bord waarvan ik dacht dat het potremise was en ik bood dan ook meteen remise aan. De engine vond echter dat wit gewonnen stond… Vanwege de stand in de wedstrijd moest mijn tegenstander het van zijn TL nog even proberen. Hij maakte meteen een grote fout (alweer volgens de engine, niet volgens ons beiden…) waarna het daadwerkelijk remise stond. Mijn tegenstander deed nog een paar zetten waarna hij zelf remise aanbood, wat ik uiteraard meteen aannam. Concluderend was het dus een wisselvallige, maar wel leuke, partij met een terechte uitslag.”
Mijn partij verliep tamelijk rustig. Vooraf had ik wat partijen van ene Magnus Carlsen bekeken en het viel me op dat hij in die partijen niet te snel ging oogsten, maar vooral speelde op het vernietigen van de pionnenstructuur van zijn tegenstanders en activiteit van zijn eigen stukken. Dat leek me wel een goed plan. Mijn tegenstander had een zwakke d-pion geaccepteerd en ik kon zijn stukken daaraan vastlijmen. Dat vond hij niet prettig en hij probeerde los te komen door een pion te offeren en dameruil aan te bieden, maar daarmee viel zijn stelling uit elkaar en dat leverde nog meer materiaalverlies op.
Ook Thomas had Carlsen als voorbeeld genomen en naar eigen zeggen ging alles lekker en ook de computer gaf achteraf aan dat hij alles goed deed, op één kleine onnauwkeurigheid na, maar dat mag de pret niet drukken. Hij zette de loper van zijn tegenstander vast op h7 en gooide een pionnenmuur naar voren. Zijn tegenstander had geen ruimte om te manoeuvreren. De f-lijn ging open, pionnetje werd buit gemaakt en uiteindelijk verscheen er nog een extra dame op het bord. Wij, van de lagere borden willen dan ook als tip aan de hogere borden meegeven om ook eens naar partijen van die Carlsen te kijken. Kan best leerzaam zijn.
Soms vraag je je af wat spannender is: zelf schaken, of bij je maatjes kijken. Reinoud was de rust zelve. Leuk om te zien, behalve als je dan ook naar de klok gaat kijken. 20 seconden voor veel zetten, 19… 18… 17… hallooooh…. 16… 15… warempel een zet. Mijn hartslag schoot elke seconde minstens 10 slagen per minuut omhoog. Zijn tegenstander was ook erg onder de indruk van Reinouds koelbloedigheid en pluspion, maar zelf vond Reinoud de stand aan zijn kant van de schaakklok wat zorgelijk, zodat hij instemde met remise.
Mark wilde er toch nog een lange zit van maken nu het concert was afgeblazen en was als laatste nog aan het spelen. Ook zo’n relaxte vent die mij een tachycardie bezorgde. Eerst liet hij bijna een dubbele aanval toe wat hem een toren zou kosten, maar hij liet het stuk niet los en zette het alsnog op een veilig veld. Een paar zetten later, met nog een paar minuten op de klok noteerde hij 38 zetten en ging toen op zijn gemak ijsberen, flesje drinken, benen strekken… Maar zijn tegenstander had al een zet gedaan! Ik moest gelijk denken aan een vroegere secondant van me, Leon Pliester (helaas veel te vroeg van ons heen gegaan). Hij haalde vaak twee Joegoslaven aan als hij je wilde porren om te zetten. “Duvić, je bent aan Zettić!”, maar hun namen roepen zou natuurlijk meteen weer een protest opleveren, dus in stilte. Mark kwam terug voor zijn tijd op was, noteerde de laatste 2 – al gespeelde zetten – en ging verder met het zorgvuldig naar de overkant begeleiden van de pluspion die hij had overgehouden uit de wilde opening.
En hiermee werd de eindstand 6.5 – 1.5. Een mooie uitslag, maar helaas niet gezamenlijk vorkje prikken na afloop. Nu eerst de lockdown afwachten en daarna vol vertrouwen de laatste helft van de competitie in.