Op dit moment is er een bijzonder leuke documentaireserie op de NPO over de 80-jarige oorlog, die absoluut de moeite waard is. Zo krijg je een aardig nieuw inzicht in onze vaderlandse geschiedenis, en blijken veel zaken toch een stuk genuanceerder te liggen dan menigeen ooit in het klaslokaal geleerd heeft. Om maar een paar voorbeelden te noemen; het ‘goede’ protestantisme, tegen het ‘slechte’ katholieke, blijkt wel mee te vallen (aan beide kanten werden wreedheden begaan), en vooral het geraakt worden in de eigen portemonnee bleek de voornaamste motivator geweest te zijn om in opstand te komen. Zo ook het verhaal over de Geuzen en Den Briel, waarbij vooral de wind verkeerd stond en de Geuzen toen bij Den Briel uitkwamen en dachten; ach dan nemen we dat maar in (even kort samengevat, en in mijn eigen woorden). Dit alles schoot door mijn hoofd terwijl we in de auto rijdend het eiland van Voorne Putten naderden. Nee Brielle is geen Hellevoetsluis, dat weet ik maar al te goed (en als je geen ruzie wilt, zou ik me ook maar ver houden van enige overeenkomst als ik u was want het zijn beiden trotse dorpelingen). Maar toch dacht ik aan de geuzen deze avond. En zo kwamen 3 auto’s vrijwel tegelijkertijd aan bij de speelzaal in Hellevoetsluis, en stapten 8 geuzen uit op zoek naar glorie.
Van tevoren wisten we dat deze wedstrijd wel eens een sleutelduel zou kunnen worden op weg naar een mogelijk kampioenschap, al besef ik me ook terdege dat we ons na deze avond niet al rijk mochten rekenen aangezien het seizoen nog lang is. Maar toch; in het eerste duel hadden we gedecideerd met 6-2 afgerekend met HI Ambacht 1, en nu stonden we tegen de, op rating, zwaarste tegenstander in de poule die hun eerste duel met dezelfde cijfers had gewonnen. Gezien mijn operatie, had ik ver van tevoren al geprobeerd om duidelijkheid te krijgen over het mogelijk mee kunnen spelen ja of nee (aangezien Hellevoetsluis uit op een donderdagavond nou niet bepaald ideaal is voor de gemiddelde werkende en zorgende medemens). Helaas bleef lange tijd onduidelijk of één vast teamlid mee kon spelen, maar dankzij bemiddelend werk van Roel was daar een oplossing voor bedacht in de vorm van Jan Peter Bogers, die graag zijn wat roestige schaakkwaliteiten wilde losmaken door een extra wedstrijd te spelen. Als dank werd hij gelijk op bord 1 geposteerd. Op bord 2 Ton Dulk die na een eerste twijfel had aangegeven toch wel mee te willen spelen in deze cruciale wedstrijd (hoe kan het ook anders, want de sfeer in het team is echt uitmuntend te noemen). Op bord 3 Roel, die graag zijn 1e bordplek afstond aan Jan Peter. En zo dachten we een redelijk antwoord te hebben op mogelijke tactische opstellingen van onze tegenstander. Die namelijk de beschikking hebben over twee spelers die ook niet zouden misstaan in een gemiddeld 2e klasse KNSB team. In de ochtend werd ik echter geconfronteerd met een erg late afmelding van Rudsel, aangezien hij helaas niet in staat was duidelijkheid te krijgen voor zijn oppas die avond. En om te voorkomen dat we plots maar met 7 zouden verschijnen, heb ik die dag fanatiek rondgebeld en bleek Marko Tjepkema uiteindelijk bereid mee te spelen (waarvoor mijn hartelijke dank). Zo werd de rest van de opstelling snel in elkaar gezet. Op bord 4 geen Rudsel maar Hans Uittenbogaard, op bord 5 Marco. Ik op bord 6, Hans Blokland op 7 en Harry Stroosma op 8.
De wedstrijd dan: helaas was ik als eerste klaar, eigenlijk veel te snel. Na een soepele opening waarbij ik voor mijn gevoel licht voordeel had vanwege de sterke zwarte loperlijn, werden alle stukken zo snel afgeruild zodat er een loper-paard tegen loper paard eindspel overbleef. Blijkbaar was ik nog niet zo heel scherp, want wit speelde vakkundig zijn pionnen op waarbij de mijne toch duidelijk wat zwakker oogde. En op het moment dat mijn paard op avontuur ging om naar het juiste veld te geraken, zag ik totaal over het hoofd dat het paard van mijn tegenstander toch een stuk sneller naar het juiste veld kon springen waarbij ik een pion zou verliezen en mijn hele stelling ook aan gort zou raken. Ik besloot daarop maar op te geven, echter wel balend omdat ik het gevoel had dat ik mijn team danig in de steek had gelaten.
Op dat moment had ik ook niet bepaald het idee dat we de wedstrijd zouden gaan winnen, al zag ik op me heen zoveel positieve dingen in stellingen dat 4-4 toch echt wel tot de mogelijkheden behoorde. De 1-0 stand voor de Pionier bleef lang op het bord staan, tot zo rond 22.00 er enige tekening op de andere borden te vinden was. Marco had zich in een redelijke plus stelling gemanoeuvreerd, daarbij dankbaar gebruik makend van zijn fles vodka, hips..oh nee water. Toch vroeg hij of hij remise mocht aanbieden, en gezien de stand op de borden en het feit dat het ratingverschil tussen hem en zijn tegenstander aanzienlijk was en dat zich vaak in eindspeltechniek uit, mocht dat. Waarna de tegenstander dit dankbaar aanvaardde. Voornaamste reden voor mij om dit toe te staan was omdat ik gezien had dat Hans B. op bord 7 zijn tegenstander aardig opgesloten had waarbij alle zwarte stukken wanhopig probeerden de koningsstelling te verdedigen, hij een behoorlijk tijdvoordeel had (wat vaak lastig is, want je kunt nog zo goed staan maar het juiste en secure plan vinden voor de winst is vaak tijdrovend) en ik voor een punt tekende. Mijn inschatting was correct want Hans vond de correcte winst via een opmars van zijn g pion naar g6 en zijn tegenstander verloor of zoveel materiaal of ging mat dat hij de vlag streek ( 1½ – 1 ½ ). En zo was de stand weer aardig recht getrokken. Het volgende punt werd door Roel binnen gehaald, die vanuit een solide middenspel positie aardig bezig was de vijandelijke koningsstelling aan puin te schieten zodat deze geheel open kwam te liggen (toch die geuzen). Vervolgens richtte hij een dame op de openliggende diagonaal en kwam er ook nog een paard bij huppelen waardoor de hele situatie onhoudbaar was geworden voor zijn tegenstander ( 1 ½ – 2 ½ ). De lichte voorsprong was een feit, en die werd de hele avond niet meer afgestaan. De volgende die een punt scoorde was Harry aan bord 8 die ik in het begin niet heel best vond staan, maar langzaam maar zeker het betere van het spel kreeg door zijn koningspionnen net wat slimmer op te spelen. Open lijnen aan de koningsvleugel waren het gevolg, waarbij Harry naar mijn inzicht de betere keuze maakte door twee torens tegen zijn dame te ruilen. Waarbij de torens duidelijk in het voordeel waren in de open stelling op het bord. Het bleek echter niet zo makkelijk te zijn als ik in het begin dacht, en de winst is ook een paar keer beide kanten opgerold. Harry trok uiteindelijk aan het langste eind waarbij er weer een punt bijgeschreven kon worden ( 1 ½ – 3 ½ ). Toen was het echter tijd voor een tegenpunt. Aan bord 2 was Ton, voor mijn gevoel, voor zijn doen behoorlijk avontuurlijk en aanvallend bezig. Helaas resulteerde dit niet in een allesbeslissende aanval. Ton moest zelfs zijn kwaliteit geven en kwam daarbij ook nog in hevige tijdnood waardoor de witte torens binnen konden komen en hij uiteindelijk in een verloren stelling door zijn vlag ging ( 2 ½ – 3 ½ ) . Zo bleven er nog twee partijen open. Op bord 1 had Jan Peter een vakkundig dicht gemetselde stelling gecreëerd, die voor elke toeschouwer in remise leek te verzanden. Zijn tegenstander had echter het sterke paard, en Jan Peter moest elke keer vakkundig en secuur blijven spelen omdat er altijd offers in de stelling zaten, zijn loper een beperkte bewegingsvrijheid had, en zijn koning niet te ver mocht afdwalen van het mogelijke doorbraakveld. In tijdnood en aan het eind van een hele lange avond (deze partij duurde echt tot het bittere einde van 23.45), gebeurde dit helaas toch waarna Jan Peter moest opgeven ( 3 ½ – 3 ½ ).
In werkelijkheid echter was de avond voor ons al positief verlopen door de partij aan bord 4. Hans Uittenbogaard bewees nog maar eens waarom hij momenteel de speler in vorm is. Vanuit een behoorlijk gesloten stelling zette hij steeds meer druk op de e- en f lijn van zijn tegenstander die daardoor een slechte pionnenstructuur kreeg en ook nog eens zijn pionnen op de verkeerde kleur had staan. Onder druk slaagde Hans erin met zijn koning binnen te komen en na het winnen van het eerste pionnetje was er geen houden meer aan, en moest zijn tegenstander noodgedwongen opgeven! Daarmee scoorde Hans het voor ons zo belangrijke en bevrijdende 4 ½ matchpunt. En kwamen wij als overwinnaars uit de strijd.
Was het verdiend? Ik denk van wel. Natuurlijk is het lastiger spelen onder tijdsdruk, en onze tegenstanders hadden over het algemeen allemaal beduidend minder tijd. Maar nergens heb ik situaties gezien waarbij onze spelers glad verloren stonden, en door een blunder uiteindelijk toch nog de winst wisten te stelen. Maar besef me ook dat vooral op bord 8 het kwartje de andere kant op had kunnen vallen (voor de jongere lezers onder ons, het kwartje bestaat niet meer nee die ging ten onder met het gulden tijdperk).
U snapt, hier spreekt een meer dan tevreden en blije teamleider, die met het tweede RSB team nu fier bovenaan staat. Zijn we er al? Nee natuurlijk niet, het seizoen duurt nog 5 wedstrijden waarin alles kan gebeuren. Verrassende tweede staat momenteel Dordrecht 5, die we pas in de eennalaatste ronde zullen treffen. Waarbij ik het vermoeden heb, dat een groot aantal jeugdspelers er deel van uitmaken, waarvan het altijd lastig is hun echte sterkte in te schatten. Maar, we zijn op de goede weg! Graag tot het volgende verslag.