Hoe een dubbeltje eindelijk de juiste kant oprolt.
Inderdaad, het is heel lang geleden dat u iets gelezen hebt over de roemruchte daden van CSV 3. Maar zoals zoveel dingen in het leven, is ook hiervoor een reden. En die reden is terug te voeren op vorig seizoen. Na twee jaar geleden uiterst succesvol te zijn geweest, en met twee vingers in de neus kampioen te zijn geworden waren de verwachtingen voor het vorige seizoen wederom hooggespannen voor het derde. Er was maar één doel in de derde klasse, en dat was proberen kampioen te worden, maar toch zeker wel om te promoveren. En na de eerste wedstrijd waarin het 7,5 – 0,5 werd (als ik het me tenminste goed herinner). Twijfelde er ook niemand aan dat ons dat zou gaan lukken. Maar toen sloeg het noodlot toe, twee wedstrijden werden op een dramatische manier verloren en tot mijn grote afgrijzen werd er zelfs al gesproken over een cruciale wedstrijd om niet in degradatienood te komen. En om eerlijk te zijn zakte de moed mij toen aardig in de schoenen. Waarbij de motivatie om u van leuke stukjes te voorzien verdween. We promoveerden niet op eigen kracht, al had het derde de meeste bordpunten van elk team in de derde klasse vorig jaar.
Dankzij de topprestatie van ons vierde die Wel kampioen werden, waarbij menig wedstrijd met veel zwoegen over de finish getrokken moesten worden (standaard uitslag team 4 was vooral 4,5 – 3,5) is er dit jaar wel een team actief in de tweede klasse (echt de parallel met mijn andere grote liefde Feyenoord vorig jaar is op zijn minst opvallend te noemen).
Besloten werd op een onrustige ALV dit jaar om toch een zo sterk mogelijk team op te stellen in de tweede klasse. En vandaar dat er een derde team actief is, waarbij twee sterke spelers uit het vierde van vorig jaar in dit team werden ingepast. En aangezien ik heilig geloof in het motto: de jeugd heeft de toekomst was de opstelling voor mij ook al snel duidelijk.
En zo begonnen wij op woensdag 27 september aan onze campagne, tegen SO/Rotterdam 3. Ik weet niet wat nu troostelozer was; de ambiance van het ‘nieuwe speellokaal’ aldaar, of het feit dat elke bezoeker of roker meedogenloos verwelkomd werd met een luide bel die zeer duidelijk in de speelzaal te horen was. Ook moet ik moet u eerlijk bekennen dat ik niet heel veel van de andere borden heb meegekregen die avond, ik kwam al vrij snel een stuk voor (iets wat duidelijk over het hoofd was gezien, gezien de analyse van mijn partij op de website van Rotterdam zelf waar Ton Dulk als bezoeker ook al aanwezig mij later op opmerkzaam maakte). Maar mijn tegenstander begon toen een vrij agressieve en roekeloze aanval, die ik toch moest pareren en die mijn tijd aanzienlijk opslokte. Aan het eind van de avond bleek dat we een keurige overwinning geboekt hadden, waardoor we zeer goed aan het seizoen begonnen.
SO Rotterdam 3 1620 | CSV 3 1638 | 2 ½ – 5½ |
1. Arthur Rongen 1832 | Rick van Roon 1528 | ½ – ½ |
2. Wim van Munster 1727 | Derk Brus 1538 | 0 – 1 |
3. Cees Schoolenberg 1704 | Jan ten Brinke 1734 | 1 – 0 |
4. Herman van Bekkum 1686 | Hans Uittenbogaard 1649 | ½ – ½ |
5. Tom Boesten 1590 | Harry Stroosma 1716 | ½ – ½ |
6. Hans Koedam 1415 | Rob Docter 1701 | 0 – 1 |
7. Wim Heinen 1417 | Hans Blokland 1671 | 0 – 1 |
8. Maarten Geuskens | Pepijn Swets 1571 | 0 – 1 |
Tot zover niets aan de hand, een keurige gelijkmatige overwinning tegen op papier de zwakste tegenstander, en een directe concurrent in de strijd om lijfsbehoud. Maar toen de dramatische wedstrijd tegen Dordrecht 3. Gezien het ratingverschil absoluut geen schande om daarvan te verliezen, maar gezien het spel op de laatste twee nog strijdende borden was dit verlies echt totaal onnodig en was een gelijkspel of zelfs een kleine overwinning wellicht wel meer verdiend geweest. Ook hiervan zal ik u de details onthouden, maar denk dat vooral Hans U na deze avond nog vaak met enig afgrijzen deze partij bekeken heeft nadat hij met prachtig spel een gewonnen eindspel op het bord verkregen had.
CSV 3 1638 | Dordrecht 3 1757 | 3½ – 4½ |
1. Rick van Roon 1528 | John van de Laar 1758 | 1 – 0 |
2. Derk Brus 1538 | Adri Timmermans 1842 | 0 – 1 |
3. Jan ten Brinke 1734 | Wouter de Bruin 1790 | ½ – ½ |
4. Hans Uittenbogaard 1649 | Victor van Blommestein 1808 | ½ – ½ |
5. Harry Stroosma 1716 | Arie van Heeren 1767 | ½ – ½ |
6. Rob Docter 1701 | Henk Timmermans 1758 | 1 – 0 |
7. Hans Blokland 1671 | Wim Jongeneel 1756 | 0 – 1 |
8. Pepijn Swets 1571 | Rick Jelier 1576 0 | 0 – 1 |
Tussenstand aldus: 1 gewonnen 1 verloren, en gezien de gemiddelde ratings van de teams in onze poule was ik er, om eerlijk te zijn, niet echt gerust op. Als er dan ook helaas twee afmeldingen zijn, bereid je je als teamleider voor op een lastige avond.
Na een aparte/enerverende/opvallende en zeker bijzonder te noemen rit met invallers Marco en Arjan bereikten wij in de neervallende motregen afgelopen dinsdag het denksportcentrum in Papendrecht om het aldaar op te nemen tegen PASCAL 1. Het blijft me verbazen, dat een kleine gemeente als Papendrecht (rond de 32.000 inwoners) het Wel voor elkaar krijgt een volledig functionerend en uitnodigend denksportcentrum te realiseren, en dat dit in Capelle echt niet kan. Velen van ons team bewaren sowieso mooie herinneringen aan deze locatie, want aldaar werd het vierde vorig jaar kampioen. Misschien had dit voor mij al de voorbode moeten zijn, van een beslist enerverend avondje.
De eerste paar uur leek het echter allesbehalve een mooie avond voor ons te worden. Als invaller op bord 8 verslikte Arjan zich in zijn tegenstander en was iets te enthousiast ten strijde getrokken zonder zijn koning veilig te rokeren. Wat hem helaas twee stukken en de partij kostte (0-1). Marco wilde wel graag invallen, maar dan wel met wit, en vroeg aan het begin van de avond wat mijn verwachtingen waren. Ik had hem aan bord 3 geposteerd, en gaf aan dat een mooie remise helemaal prima was. En warempel, hij kwam na iets meer dan een uur vertellen dat zijn tegenstander remise had aangeboden en ondanks onze achterstand op dat moment gaf ik hem aan dat dit prima was (½– 1½). Ik nam hiermee wellicht een risico aangezien we achter stonden, en ik niet overtuigd was van de stellingen op de andere borden (behalve mijn eigen stelling eigenlijk), maar Marco’s stelling zag er ook niet echt uit om geforceerd voor de winst te spelen. Hierna moest Hans U op bord 4 helaas de vlag strijken, en Harry op bord 5 genoegen nemen met remise (1- 3), en zag het er nog donkerder voor ons uit. Op dat moment had ik een gewonnen stelling verkregen, door de toren van mijn tegenstander te winnen die geen genoegen wilde nemen met slechts het verlies van de kwaliteit maar gretig mijn pionnen begon weg te happen. Echter door een mooie manoeuvre verkreeg hij niet een gevaarlijke batterij pionnen op de a en b lijn, maar slechts een dubbelpion op de b lijn en een pion op de f lijn voor zijn toren. Ik maakte het mezelf echter nog heel moeilijk door al mijn pionnen weg te geven maar gelukkig was het eindspel met toren tegen twee pionnen gewonnen (2-3). Ook op Hans B zijn bord voltrok zich een wending in de partij. De gehele wedstrijd had ik het gevoel dat Hans niet echt lekker stond en los kon komen, maar uiteindelijk kon hij een kwaliteit winnen en voor zichzelf een vrije e-pion creëren die nauwelijks door de tegenstander afgestopt kon worden, waarna Hans de volle winst greep (3-3). En toen waren alleen nog bord 1 en 2 bezig. Als de teamleider van de tegenstander op dat moment had gezegd, zullen we tekenen voor 4-4 had ik dat met alle liefde geaccepteerd. Rick speelde namelijk op dat moment op bord 1 tegen een tegenstander met maar liefst 400+ ratingpunten meer. Ondanks alle verwoede pogingen van zijn tegenstander om beslissend voordeel te verkrijgen met een vrije a pion toonde Rick zijn formidabele kwaliteiten door dit rustig te pareren waarna zijn tegenstander zelfs een pion verloor en er toch tot remise besloten werd (3½ – 3½). Toen was alleen Jan op bord 2 nog bezig. Jan had al de hele avond tegen een ingewikkelde stelling aangekeken ontstaan uit volgens mij de doorschuifvariant van het Frans. In eerste instantie zag ik ook hier weer niet hoe Jan voordeel kon behalen in deze stelling maar uiteindelijk kon hij met een mooie torenmanoeuvre eerder de stelling van zijn tegenstander binnenkomen, dan die hem waarna in volle tijdnood het pionnen snoepen begon. Toen die kruitdampen waren opgetrokken bleek Jan twee pionnen voor te staan in het eindspel wat uiteindelijk resulteerde in winst! En zo stonden we aan het eind van de avond plots met de volle buit in handen. Ongeloof maakte zich meester van onze tegenstander die dit verlies absoluut niet hadden zien aankomen, ook enkele harde woorden van teamleden onderling konden door ons gehoord worden. Met liefde ondertekende ik het wedstrijdformulier en begaven we ons snel naar de uitgang.
PASCAL 1 1775 | CSV 3 1623 | 3½ – 4½ |
1. Teus Dekker 1934 | Rick van Roon 1528 | ½ – ½ |
2. Meinte Smink 1884 | Jan ten Brinke 1734 | 0 – 1 |
3. Cees van Meerkerk 1814 | Marco Tjepkema 1537 | ½ – ½ |
4. Kees Brinkman 1793 | Hans Uittenbogaard 1649 | 1 – 0 |
5. Hans van de Beukel 1732 | Harry Stroosma 1716 | ½ – ½ |
6. Robin Bos 1734 | Rob Docter 1701 | 0 – 1 |
7. Jo Pattinama 1682 | Hans Blokland 1671 | 0 – 1 |
8. Koert Timmerman 1629 | Arjan Doorgeest 1446 | 1 – 0 |
En nu mijn beste clubleden? Door onze eigen prestaties en de overige uitslagen, staan wij momenteel op een keurige derde plaats in de tweede klasse A. We moeten nog tegen de nummer 1, dus alle kansen op meer liggen volledig in onze eigen handen. En wat mijzelf betreft? Ik zal u beloven, u niet meer zo lang te laten wachten op een volgend stukje van ons roemruchte team.