Houdini-achtige ontsnapping CSV 4 tegen Barendrecht/IJsselmonde

Door Richard van de Velde

Op vrijdag 16 december 2016 ging CSV 4 als trotse koploper op weg naar Veenoord 150, de speellocatie van onze tegenstander Barendrecht/IJsselmonde. Gingen tot nu eigenlijk telkens op pad met de gedachte dat we de underdog waren, vanavond proefde ik een stuk zelfvertrouwen en trots, passend bij onze zelf verworven status van koploper.

In het schoolgebouw waar we speelden was een feestje aan de gang en om die reden speelden we in een achteraf lokaaltje, voor onze tegenstander dus ook een beetje een uitwedstrijd. Bij het inleveren van de opstelling werd duidelijk dat de beste speler van IJsselmonde (rating 1800 plus) op bord 3 had plaatsgenomen en daarmee onze invaller Hans Uittenbogaard tegenover zich kreeg. Hans doet het sinds hij lid is fantastisch en ik had goede hoop dat hij zijn 100% score zou behouden.

Enfin, het wedstrijdverloop: Voordat we allemaal goed en wel door de opening heen waren kon ik mij als teamleider volledig gaan richten op het volgen van de overige zeven borden. Mijn tegenstander kende het damegambiet niet en speelde na 1. d4-d5, 2. c4-dxc4, wat ik eigenlijk nooit op het bord krijg. Na 3. e4-e6, 4. Lxc4-Lb4+, kon ik na Pc3 en h6 (?), Da4+ spelen en kon mijn tegenstander het stukverlies niet meer voorkomen. Op de 8e zet speelde sloeg hij met zijn loper mijn paard en greep daarna naar zijn voorhoofd en gaf op, omdat hij dacht dat ik direct nog een stuk kon winnen. Hij had echter het schaak met zijn loper over het hoofd gezien. Maar hij bleek er sowieso geen heil meer in te zien en het eerste punt was binnen!

Marco op bord 1 had ook een makkelijke avond; hij deed er iets langer over dan Richard, maar ook zijn tegenstander blunderde een stuk weg. Hij speelde met wit een redelijk theoretisch diepgaande Giuoco Piano (variant van het Italiaans, red.). Zijn tegenstander bleek deze opening niet goed te kunnen weerleggen en maakte een cruciale fout. Hij speelde zijn paard opportunistisch naar g5, maar dit was in de stelling volledig incorrect. Dat was voor Marco een gegarandeerde winst van een pion, zonder compensatie voor zwart. Zwart speelde het paard 2 zetten later ook nog terug naar f6, waarna wit met een krachtige aftrekaanval het spel opende. Zwart miste de tactische complicaties van die zet en liet zijn eerdergenoemde paard ‘hangen’. Marco zat lekker ontspannen te wachten op het antwoord van zwart, toen zijn tegenstander, die aan zet was, pardoes weg liep van het bord voor een korte pauze en gaf op zonder weer plaats te nemen achter het bord en voor 21.00 uur was het 0-2!!

Menno sleepte niet al te lang daarna het derde punt binnen, maar vraag niet hoe. Zijn tegenstander bleek redelijk goed thuis in de opening, waardoor Menno langzaamaan in de verdrukking kwam met zwart. Hij gaf aan dat hij dacht dat de partij uit zijn handen zou glippen en ik als toeschouwer had hetzelfde idee. Nadeel was dat zijn heel snel speelde en Menno geen gebruik kon maken van de tijd van zijn tegenstander en al zijn denkwerk in eigen tijd moest doen. Dat was terug te zien op de klok, maar later in de partij bleek dit als een voordeel uit te pakken. Menno besloot de stelling met een list te openen. Hij speelde een niet al te beste zet, maar wel één waar je als tegenstander even goed voor moest rekenen en dat was nou net wat zijn tegenstander niet deed. Het gebrek aan geduld brak hem op en deed vanaf zet 24 tm 32, door zijn gehaaste spel, vier slechte zetten. Hierdoor kantelde de partij in korte tijd en na de nodige afruil van stukken, kon Menno in de resterende 15 minuten eenvoudig uitspelen naar winst. Dit tot groot ongenoegen van de teamleider op bord 3, die bleef mopperen over de meer dan 80 minuten op zijn klok: 0-3 !!!

Dat was even mooi, dit zou wel eens een memorabel avondje kunnen worden, schoot op dat moment door mijn hoofd. Dat zou het zeker worden, maar niet zoals ik had gedacht op dat moment. Op de andere borden was nog nergens een beslissende stand te bekennen en die benodigde 1.5 punt voor de winst zou zeker moeten lukken. Bas was de eerste die capituleerde, al leek het lange tijd remise te worden. Met zwart speelde hij op bord 8 een Siciliaan tegen Coen Dortmondt, een tegenstander die iets meer dan 300 ratingpunten meer had dan ik. Op de 20e zet speelde Bas a6; de gevolgen van deze vreemde zet is hij eigenlijk nooit meer te boven gekomen. Zijn toren is in de loop van de partij niet meer aan de beurt geweest. Op de koningsvleugel, waar de aanval van wit was begonnen en met een paar torens en dame langzaam doordrukte, kwam Bas precies die toren tekort. Na 34 zetten kon hij mat niet meer ontwijken: 1-3.

Rick had het in het begin zwaar tegen zijn tegenstander op bord 2, maar wist zich opnieuw kranig te weren en kreeg zowaar een remise-aanbod en kwam dit als afgesproken even met mij overleggen. Aangezien hij was teruggekomen uit een achterstand en zijn tegenstander ook nog een pion kon pakken, was dit het maximaal haalbare. Zij tegenstander bleek erg opgelucht met de remise en liet doorschemeren niet erg best te zijn in het eindspel en vierde zijn halfje als een overwinning. Compliment aan Rick en ik was blij met het halfje op weg naar de overwinning: 1,5-3,5.

De laatste drie borden hadden voorlopig nog geen zicht op een winnaar. Hans stond in een gelijke stand met doorlopend initiatief, maar nog geen definitieve doorbraak, ik rekende op een halfje. Arjan stond 2 pionnen voor en had wat moeite met het positionele spel van zijn tegenstander, kon nog alle kanten op en Jan stond niet erg lekker met zijn koning en moest zijn Dame op de achterste rij houden om vervelende schaakjes te voorkomen, maar hopeloos was het zeker niet.

Een kwartier of wat later zag het er totaal anders uit, Hans overzag een listig zetje en raakte een stuk kwijt. Arjan werd helemaal teruggedrongen, verloor wat pionnen en werd geconfronteerd met een vrijpion van zijn tegenstander. Tot overmaat van ramp moest hij gedwongen Dames ruilen en kon de vrijpion ongehinderd doorlopen: 2,5-3,5.

Hans kreeg geen enkele kans tegen zijn sterke tegenstander, die wel raad wist met de voorsprong en Hans vakkundig naar de slachtbank leidde: 3,5-3,5.

Ik moest dit even verwerken en ben even naar de ruimte ernaast gelopen, hoe was het mogelijk dat zo’n prachtige voorsprong als sneeuw voor de zon was gesmolten. Bovendien stond Jan nog steeds krampachtig en moest alle zeilen bijzetten om er überhaupt remise uit te slepen. Zou het sprookje dan toch zijn langste tijd hebben gehad en dit ons Waterloo worden?

Maar nee, Jan ontpopte zich tot een ware Houdini. Om zijn huzarenstukje te eren hieronder zijn eigen verslag:

Eric van Orlé (1479) – Jan van Dijk (1411)

Jan kon op bord 6 met zwart de hele partij aanklampen, maar het initiatief lag bij wit. Jans positie verslechterde langzaam maar zeker en hij moest berusten in een achterstand van 2 pionnen. Er was al veel afgeruild. Beide spelers hadden nog een dame en een loper, van verschillende kleur. Er was veel ruimte en de strijd werd spannend, want elke foute dame zet kon dodelijk zijn.

Tot de 42ste zet.  Wit dacht lang na. Jan mijmerde over een mogelijk aftrekschaak als wit met de dame de dekking van f3 zou opgeven. Minuten later speelde wit zijn dame inderdaad weg! Jan brak in op de witte koningsstelling en gaf schaak met zijn dame door het slaan van g3. Wit kon de dame niet met f2 nemen, doordat de zwarte loper op die diagonaal stond. Van Orlé die zettenlang had voorgestaan, raakte in paniek en speelde zijn koning naar h1 in plaats van het terughalen en verdedigen met zijn dame. Nog even probeerde hij eeuwig schaak, maar dat kon zwart vermijden, waarna wit de vlag moest strijken.

Het punt was binnen en CSV-4 won de 4e match op een rij en nam, de koppositie in de poule weer over.

Hoe we het doen, doen we het, maar we staan gewoon 2 punten los van runner-up Hoekse Waard. We zullen tegen Hoekse Waard en Pascal opnieuw alles uit de kast moeten halen, maar waarom zou dat niet lukken?