Donderdag 8 december togen wij naar de boot van mede koploper Onésimus.
Ik speelde als invaller voor Willem, met zwart op bord 6, en dat was weer eens geen succes. Nadat de opening niet gunstig verlopen was nam ik een foutieve beslissing die niet alle bedreigingen onderving. Mijn tegenstander won een pion in een voor mij zeer ongunstige stelling; pogingen om de stelling te compliceren faalden.
Johan op bord 7 verging het niet beter, hij gaf een stuk weg. Gelukkig kon Richard op bord 3 zijn partij snel winnen.
Walter met zwart op bord 4 verkreeg een zeer mooie stelling met een pion op b2 en dame op a2, een open g-lijn en druk op de diagonaal h1-a8. Helaas dacht hij tijd te hebben voor het verbinden van de torens waardoor zijn tegenstander actief kon verdedigen. Uiteindelijk offerde Walter een stuk waarvoor hij niet genoeg compensatie kreeg.
Thomas op 8 won de h2 pion. Zijn verdediging daarna in een moeilijk toreneindspel was zeer goed waardoor hij kon winnen.
Jaap, met wit op bord 1, kon de geïsoleerde d4 pion nemen maar vond dit te riskant. Anton Moolenaar kon hierdoor de dame van Jaap naar een ongunstig veld dwingen. Jaap verloor al snel een pion en het initiatief van Anton was daarna niet te weerstaan.
Rob op bord 5 verloor een pion in een slechte stelling; gelukkig ruilde André Leffers de dames waarna een eindspel met ongelijke lopers ontstond. André speelde dit niet goed en ging door de tijd heen.
Arjan verkreeg een toren, loper en paard tegen een dame. Er ontstond enige commotie over de vraag of zijn tegenstander bij het zetten van de koningin deze wel of niet los gelaten zou hebben. Uiteindelijk beruste Arjan in het doorspelen van de partij en won hij.
Met dit resultaat staan we nog steeds gedeeld met Onésimus bovenaan.