Door Richard van de Velde
Na twee zeges in evenzovele uitwedstrijden, konden we vrijdag 25 november eindelijk een keer thuis spelen. De tegenstander “de Penning 1” had een overwinning en een gelijkspel behaald en stond vlak onder ons op de ranglijst. Na vanavond zou meer duidelijk zijn waar we werkelijk staan. André kon helaas deze avond niet, maar gelukkig hadden we in ons kersverse nieuwe clublid Hans Uittenboogaard een prima invaller. Wat heet, met een prima overwinning op bord 3 met zwart heeft hij een belangrijke bijdrage geleverd aan de overwinning. We begonnen overigens sowieso met een 1-0 voorsprong, omdat één van de spelers van De Penning niet kwam opdagen en zij bord 4 vrijlieten. Bas had daardoor een rustige avond en kon op zijn gemak langs de borden wandelen om te kijken hoe het er aan toe ging.
Op bord 5 had Arjan een lastige avond en moest als één van de eersten capituleren. Ook Rick op bord 2 en de man in vorm, kon het niet bolwerken tegen Arie van Kooten (elo 1592). Arie stond net als Rick met een 100% score in de individuele top 10, dus geen schande om daarvan te verliezen. Gelukkig wist Hans tegen Coen Suurbiers (met 1671 een sterke tegenstander), zoals gezegd een vol punt binnen te slepen en was het halverwege 2-2. Hans had een gelijkopgaande partij, maar wist na veel afruil door zijn tegenstander een pluspion over te houden en die richting de promotie te laten opstomen. Op de resterende borden was het niet direct erg in ons voordeel, Ik stond op bord 8 zelf erg slecht, Menno op bord 7 leek in een spannend duel aan het langste eind te trekken, maar er zaten ook nog wat valkuilen in. Jan speelde degelijk en dat leek een zekerheid en Marco moest vol aan de bak op bord 1. Een gelijkspel leek in de maak. Jan tegen Paul Post (1564) op bord 6 zorgde voor de voorsprong (3-2). Tot aan de 40ste zet gaat de strijd gelijk op. Jan vond dat het lekker ging. Hij heeft steeds initiatief, maar zijn tegenstander pleegt afbraakschaak, vereenvoudigt en ruilt af. Dan breekt hij met de torens door naar zijn eerste rij. Jan brengt zijn koning in veiligheid en weet een van de torens af te ruilen. Daarna geeft hij met de andere toren schaak op b8. Paul zet zijn koning op h7 en zijn toren staat a1. Ik plaats mijn dame op b2, val zijn toren aan en dreig tegelijkertijd met mat. Een dubbele aanval en dat kost hem zijn toren. Zijn tegenstander schaakt verder met grote materiële achterstand. Tot de 65ste zet. Handig weet hij steeds met de dame schaak te geven, waarbij Jan moet oppassen voor een dubbelslag (dubbele aanval heet dat bij de stappenmethode). Dat kost Jan 2 pionnen. Uiteindelijk weet Jan de dames te ruilen, waarna Paul moet opgeven.
Richard heeft op bord 8 in de opening al een slechte stelling gekregen. Zijn tegenstander Rob Vonk (1570), speelde op de 9e zet zijn Dame naar d3 en blokkeerde daarmee de pionzet d4 en voorkomt daarmee dat Richard het centrum kan bezetten. Dit had Richard drie zetten lang uitgesteld en kreeg hiervoor de rekening. Zwart had vanaf dat moment continue het initiatief en Richard moest op een geven moment zelfs een Dame geven voor een toren en een paard en ook nog een pion. Richard kreeg in het eindspel zowaar nog enig tegenspel met zijn torens op de g-lijn, maar miste helaas de juiste voortzetting voor remise (3-3).
Menno bleef kranig overeind in de spectaculaire partij tegen Jan Visser (1541). Jan was klaarblijkelijk goed bekend met de opening die Menno met zwart speelde en na een zet of 10 ontstond er een vrij explosieve stand op het bord, maar Menno kende deze variant en speelde zelfverzekerd verder. Kort daarna speelde zijn tegenstander een paardvork op dame en toren en die had Menno niet direct voorzien. Zijn tegenstander had echter de opmars van Menno’s sterk D pion onderschat en hiermee wist Menno het verlies van de toren te compenseren met positioneel voordeel. Later bleek ook de computer dit stukverlies geen probleem te vinden, dus was het spel van Menno correct. Zijn tegenstander had nog wat zetten nodig om het besef van het verlies te laten indalen, maar gaf toen op en de complimenten waren voor Menno. Ondertussen was Marco al naar mij toegekomen om te vragen of hij op remise mocht spelen. Gezien de sterkte van zij tegenstander Luuk Gloudemans (eerste bord, 1748) had ik al aangeven dat dat prima was. De opening van Luuk was met d3, c3 en e4 tamelijk onbekend, maar Marco wist dit goed te pareren en hij kwam beter uit de opening, althans zo leek het. Door een tactische onnauwkeurigheid kon wit met een dubbele aanval een pion van Marco winnen en werden de stukken van zwart terug gedrongen. Dit moest Marco wel doen om meer materiaal verlies te voorkomen. Wit kon hierdoor geen doorbraak forceren en Marco kwam verderop sterk terug in de partij. Op dit moment had Marco al gevraagd of hij op remise mocht spelen en na een ingezette ruil bood hij dat aan. Wit sloeg dit af en sloeg daarna op een verkeerde wijze een stuk terug en bood toen maar zelf remise aan (!). De stand was inmiddels 4-3 in ons voordeel en hoewel Marco winstkansen rook besloot hij na enkele minuten denken wijselijk voor het team belang te gaan en was daarmee de derde (!!!) zege van CSV 4 een feit: 4,5-3,5.
Hoe lang dit sprookje nog duurt weten we niet, maar voorlopig genieten we volop van de competitie en staan we fier bovenaan in de derde klasse (C). Eén ding durf ik wel te stellen, degraderen zullen we zeker niet…