Na een spannende en langdurige strijd kwam CSV uiteindelijk als overwinnaar uit de strijd. Reinoud, Roel en Stefan wonnen en Ka Chun en Jan Peter speelden gelijk en daarmee kwam de stand tegen 17 uur op 4-1. De strijd was daarmee beslist niet ten einde, want op de overige 3 borden stonden we niet best. Het duurde nog een uur voordat Léon een remise uit het vuur sleepte en daarmee de overwinning veilig stelde. Even later haalde ook Raoul zijn remise diep weg. Tegen half zeven ten slotte toen Mark 3x dezelfde stelling claimde, berustte ook zijn tegenstander in remise. Daarmee kwam de eindstand op 5,5-2,5 en zag de toekomst er plots weer zonnig uit!
Zaterdagmiddag 7 november om 13 uur stond CSV 1 in de startblokken tegen het vreemdelingenlegioen van HWP Sas van Gent. Vooraf had ik er rekening mee gehouden dat dit derde team van HWP, zogenaamd uit Sas van Gent, geheel uit spelers met de Belgische nationaliteit zou bestaan. Van drie spelers ben ik niet geheel zeker, maar vermoed ik dat ze Nederlander zijn. Het Witte Paard kent geen vaste clubavond, maar werft zijn spelers door actief te zijn in het Vlaamse schaakleven. De meeste spelers van HWP zijn ook elders in België bij andere verenigingen actief. De Vlaams-Nederlandse samenwerking wordt hier goed in praktijk gebracht! Overigens heeft onze Capelse schaakvereniging een eerste team waar slechts één van de 10 spelers sinds kort in Capelle woont en dat is een Limburger! Voor het begin van de wedstrijd had ik een goed gevoel over de afloop: met deze derde wedstrijd zou na de nederlaag tegen Goes en het gelijke spel tegen Landau de weg omhoog worden ingezet. Onze spelers straalden zelfvertrouwen uit en hadden er echt zin in! Onder leiding van wedstrijdleider Rob Docter nam de strijd een aanvang. Na een uurtje verzuchtte ik tegen Rob dat ik weinig van de gekozen openingen begreep. Dat bleek wederzijds! Na zo’n drie uur spelen begon er tekening in de wedstrijd te komen. Aan bord 5 speelde Reinoud met zwart tegen Frans Snijders (1916). Reinoud kreeg een pionoffer op b4 tegen. Wit kreeg echter onvoldoende compensatie en bleef een pion achter. Dat leidde om 16.15 uur tot 1-0. Ka Chun speelde aan bord 3 met zwart tegen FM Marc Lacrosse (2196). Marc gebruikte veel tijd en dat inspireerde Ka Chun na overleg tot een remise aanbod, dat echter in eerste instantie werd afgewezen. Toen Marc besefte dat hij de stelling van Ka Chun niet kon kraken, berustte hij om 16.15 uur in remise: 1,5-0,5. Inmiddels had Roel met wit aan bord 8 tegen Rudy van de Wynkele (1957) alle tijd gekregen al zijn stukken in de aanval tegen de vijandelijke K te brengen. Een zwarte zettenreeks als Ta8-b8-a8-a7 draagt daar wel aan bij! Op het moment dat Roel de door de omstanders verwachte zet Pf7! miste (wel gezien maar slachtoffer van zetverwisseling) en een stuk achter kwam, was de schrik groot. Bij nader inzien was de schade te overzien. Roel stond zo goed dat zelfs met een stuk meer zijn tegenstander in het labyrint verdwaalde: om 16.20 uur 2,5-0,5. Jan Peter speelde aan bord 2 met wit tegen Jim van de Vreede (2008). JP ruilde de dames met een zwarte dubbelpion als gevolg. Door verdubbeling van de zwarte Torens op de halfopen c-lijn kwam de witte pion op c2 onder druk te staan. JP kon echter tijdig zijn verdediging organiseren en daarmee werd het om 16.20 uur 3-1. Inmiddels had Stefan aan bord 4 met wit onder het toeziend oog van Frieda en twee dochters tegen Gert van Rij (1943) een mooie stelling opgebouwd. Gert gebruikte wel erg veel tijd om de schade te beperken. Stefan zadelde zijn tegenstander op met een dubbelpion en won een pion en had toen nog ruim een uur bedenktijd tegen een half uur voor zijn tegenstander. Even later was de tijdstand 51 tegen 17 minuten en bij 45 tegen 8 minuten brak een pion door op de a-lijn en moest zwart erkennen dat dit schamele pionnetje door kon lopen en op a8 zou uitgroeien tot de verschrikkelijke dame en daarmee werd het 4-1.
Konden we ons zo tegen 17 uur gaan opmaken voor de eerste overwinning? Nu daar leek het in de verste verten niet op! Op de website van HWP las ik: “De andere partijen leken echter de goede kant op te gaan”. Voor ons zag het er meer uit als de verkeerde kant. Er waren zelfs toeschouwers die de spanning niet langer aan konden en voortijdig huiswaarts keerden! Wat was het geval? Aan bord 1 was Léon met zwart spelend tegen Yves Regniers (1988) een stuk tegen 2pi achterop geraakt en stond slecht. Nog een uur lang vocht Léon tegen een nederlaag. Aan bord 6 speelde Raoul met wit tegen André Galle (1996). Raoul maakte zich klaar voor een koningsaanval, maar raakte in het middenspel een kwaliteit achter en leek kansloos. Aan bord 7 ten slotte speelde Mark met zwart tegen Erik van de Wynkele (2007). Bij een 0-0 stand sloeg Mark een remise aanbod af. In het eindspel moest Mark een stuk geven om een promotie te vermijden en leek eveneens kansloos. Maar ja, als je nog maar één halfje nodig hebt uit drie partijen stimuleert dat de vechtlust! En gevochten werd er! Langzaam begonnen we haast tegen beter weten in weer moed te krijgen. Ka Chun was geloof ik de eerste die zei dat het drie halfjes zouden worden, de rasoptimist! Léon was de eerste die zich als een waar slangenmens uit de omklemming losmaakte en met een L minder remise forceerde. Daarmee was om 17.50 uur de buit binnen: 4,5-1.5 en was Léon matchwinnaar! Dat lieten Raoul en Mark niet op zich zitten. Raoul won door een mislukte combinatie van André de kwaliteit terug en toen was het om 17.57 uur 5-2. Mark verdedigde zich langdurig tegen pogingen van zijn tegenstander om zijn materieel overwicht te verzilveren. Mark maakte het zich waarschijnlijk onnodig moeilijk in het eindspel. Toen kwamen wel de voor- en nadelen zichtbaar van het nieuwe speeltempo. Het nadeel was dat na iedere zet de speeltijd opliep en er dus geen eind komt aan de partij door tijdoverschrijding. Het voordeel was dat beide spelers tot het eind moeten noteren. Dat betekent dat zetherhaling of 3x dezelfde stelling zijn aan te tonen. Op een goed moment zagen we Mark zetten tellen op zijn notatieformulier. Het was dus geen verrassing toen hij zijn claim indiende bij de wedstrijdleider. Erik gaf onmiddellijk toe en erkende dat hij geen winst zag. Daarmee was om 18.25 uur de eindstand bepaald op 5,5-2-5. Op de site van HWP heette het: “Uitschuiver derde tegen CSV”. (“uitschuiver” betekent volgens de Van Dale in België: blunder, uitglijer). Deze overwinning smaakt naar meer! Op 12 december is het zover en wel uit tegen Bergen op Zoom met als aanvangstijd 12 uur. Ook als teamleider krijg ik er zo weer veel zin in!
Rest mij iedereen te bedanken die zich deze lange middag heeft ingezet met het klaarzetten en opruimen van het meubilair en het bemannen van de bar.